Krachtcentrale en Waterbouw

Overzichtsgrafiek vanuit het zuiden in vanuit vogelperspectief

De gehele installatie bestaat uit de hydraulische structuren en de turbine-installatie. Het 200 m lange zijdelingse overlaat (1) leidt het water van de rivier de Reuss naar het  aanvoerkanaal (4). Het watervolume kan worden geregeld met vier regelingsschuifen (3). Het water stroomt door het 580 m lange aanvoerkanaal naar het Turbinegebouw (5). Als de turbine niet in werking is, stroomt het water via de bypass in het afvoerkanaal. De bypass kan worden afgesloten met een sluis. Door het openen van de inlaatsluis  voor de turbine wordt de waterstroom naar de waterkamer en de regulatieschuiven  naar de Francis-turbine geleid en gaat dan via de zuigbuis naar het afvoerkanaal (6), dat na 980 m uitmondt in de rivier de Reuss.

In het turbinegebouw is de rotatie van de kegelwieloverbrenging en zijn de transmissies goed zicht- en hoorbaar. Deze mechanische overbrengingen drijven de generator aan tot 1000 omwentelingen per minuut. Een snelheidscontroller regelt de exacte snelheid om de netfrequentie van 50 Hertz te bereiken.

De machines en aandrijvingen, die vandaag te zien zijn, dateren uit 1920, toen de weefgetouwen werden omgebouwd naar elektrische bediening. Voor die tijd konden de tot 300 weefgetouwen rechtstreeks via de koningsas worden aangedreven door middel van transmissiesystemen. Meer details over het verleden van de fabriek vanaf 1836 vindt u onder het thema Geschiedenis

U bevindt zich hier ▼